Speelreglement "Fithockey"

bijgewerkt op

dd. 22 maart 2015

1.   Er wordt gespeeld op een kwart veld in de breedte richting van het veld.

2.   Een team bestaat uit minimaal 2 en maximaal 9 spelers.

3.   Er wordt per team één doel opgesteld.

4.   Een geldig doelpunt wordt gescoord door de ene partij als de bal de doellijn van de andere partij geheel gepasseerd is in het doelvlak met als maximum hoogte de hoogte van de doelplank. Uit een vrije bal volgens regel 13 of 14 kan niet worden gescoord voordat een medespeler de bal heeft gespeeld.

5.   Er wordt gespeeld met één bal.

6.   De bal moet worden voortbewogen met een licht hulpmiddel, dat nog het meeste weg heeft van een knots, kortheidshalve knots, waarbij er geen beperkingen zijn met welk deel wordt gespeeld.

7.   De bal mag het lichaam raken, maar niet actief door het lichaam worden voortbewogen of tegengehouden. Een uitzondering op deze regel is er voor de doelverdediger, die binnen een afstand van ca 3 meter vanaf het eigen doel de bal met het lichaam mag spelen of tegenhouden.

8.   De spelers mogen elkaar niet raken.

9.   De spelers mogen elkaar niet met de knots raken of elkaars knots hinderen.

10. Een niet erg mobiele stilstaande speler die de bal aanneemt of in bezit heeft, mag niet worden aangevallen.

11. Een niet erg mobiele speler moet de gelegenheid worden gegeven een bal aan te nemen, dus ook niet actief onderscheppen.

12. De bal moet over de grond worden gespeeld met een marge van heuphoogte. Als de bal hoger is, maar niemand raakt en niet leidt tot gevaarlijk spel, behoeft het spel niet te worden onderbroken.

13. Als de bal het speelveld verlaat :

a.   Via de zijlijn, dan wordt de bal op de plaats van het verlaten ingeslagen door de partij die de bal niet het laatste heeft aangeraakt.

b.   Via de achterlijn :

      1.   De bal is het laatste aangeraakt door de verdedigende partij, dan wordt een hoekslag genomen door de aanvallende partij.

      2.   De bal is het laatste aangeraakt door de aanvallende partij, dan wordt de bal naast het doel van de verdedigende partij van nabij de achterlijn ingeslagen.

14. Als er een overtreding wordt gemaakt tegen regel 7 t/m 12, dan wordt een vrije slag toegekend aan de andere partij.

15. Voor spelhervattingen geldt dat de spelers van de partij die de bal niet in beweging brengt een afstand van minimaal 3 meter in acht nemen. Bij een overtreding tegen regel 7 t/m 12 dichter dan 6 meter bij het doel, vindt der hervatting plaats op 6 meter van het doel.

16. Wordt een zeker schijnend doelpunt voorkomen door een opzettelijke overtreding van de verdedigende partij van regel 7, 8 of 9, dan volgt een strafslag voor de aanvallende partij op ca 8 meter voor het doel. Alle spelers, m.u.v. de keeper, dienen hierbij zich achter de bal of het doel te bevinden.

17. De speelduur wordt in overleg vooraf onderling bepaald.

18. Er is één (medespelende) scheidsrechter die het spel begeleid en als enige de spelregels handhaaft.

19. Bij wangedrag kan een speler uit het veld worden gezonden.

20. Het team dat de meeste doelpunten heeft gemaakt, heeft de wedstrijd gewonnen.

21. Een speler kan door de spelleiding een handicap worden opgelegd, b.v. het maximum aantal malen dat een bal achtereen mag worden aangeraakt.

 

De regels 7 t/m 12 moeten met gevoel worden gehandhaafd. Het is bijna onmogelijk om hier niet soepel mee om te gaan. Gelet moet vooral worden op het “bijtrekken van de voet” om de bal tegen te houden. Vooral bij nieuwelingen en zwakkeren moet regel 10 en 11 goed worden gehandhaafd, ander is de lol er voor hen gauw af.